Elke ochtend staat zij daar, gebroken been en zenuwachtig.
Ik vraag mij af waar ze naartoe wil gaan. Maar elke keer verdwijnt ze weer, zonder
dat ik het zag. Zonder dat ik zag naar waar of wie haar meenam of ze hinkte of
ze viel. Ik doe nochtans mijn best te blijven kijken, haar geen moment uit mijn
blikveld te laten gaan. Het moet zijn dat ze in een oogwenk kan verhuizen naar
daar waar ik dus nog niets van weet. Of misschien weet ik er wel alles van, maar
is die kennis onbenut aangezien ik niet weet waarheen ze gaat. Ik heb haar wel
ter plekke al zien dartelen, met dat gebroken been, ingepakt van enkel tot lies
(haar rokje komt erover, ik kan niet werkelijk zien hoe hoog het gaat,
misschien zijn ook haar bekken wel gebroken). Of dartelen is veel gezegd, het
is eerder een soort hinken. Dat kan ook niet anders met zo’n blok, dat neem je
niet zomaar mee. Het trekt, het sleept, vertraagt, beklaagt. Ze vraagt zich op
die momenten misschien af, waarom ze deed wat ze deed waardoor haar been (of
bekken) gebroken werd. Zo gebroken zijn en toch zo zenuwachtig. Dat schept
verwachtingen bij mij. Waar gaat ze heen? Wie brengt haar weg? Stapt ze in of
op? Wil ze? Heeft ze zin? Denkt ze dat de bus hier stopt? Elke ochtend staat
zij daar, gebroken en alleen. Ik weet niet hoe en ik weet niet waar, maar ze
gaat ergens heen.
goederen (c) Anna Carlier
en gastschrijvers
vrijdag 10 juni 2016
maandag 16 mei 2016
BANG
ge breekt
mijn botten
ge breekt
mijn stok
ge breekt
mijn darmpkens
AH AH PIJN
kopop
slokin
slappin
wangkrab
wespin
revolver
BANG BANG
schiet
schiet
bot krak bots
gij breekt mij
ik verschiet
mijn botten
ge breekt
mijn stok
ge breekt
mijn darmpkens
AH AH PIJN
kopop
slokin
slappin
wangkrab
wespin
revolver
BANG BANG
schiet
schiet
bot krak bots
gij breekt mij
ik verschiet
zondag 1 mei 2016
Mijn schaamlip
Mijn schaamlip staat dik.
Ik klom over een tribune, hoofd eerst en benen erachteraan.
In het midden kwam mijn kut terecht op een armleuning.
Knal.
Auw.
Verder spelen.
Niets aan de hand.
Mijn schaamlip staat dik.
En er komt bloed.
Er komt bloed ergens anders.
Geen zorgen.
Gewoon dik.
Het is zo dat de tang ter hoogte van mijn baarmoeder,
neen mijn baarmoeder is de tang, begint toe te nijpen.
Alles naar buiten perst.
Nijpt.
Maar dan staat ook nog mijn schaamlip dik.
En er komt bloed.
Dat is ook goed.
Nu hoort het.
Het is nog van geruststelling.
Straks is het van godverdomme waarom bestaat dit gezever?
Maar nu nog de lach.
Zelfs nu dat.
Mijn schaamlip staat dik.
Het is mei.
Net in mei staat het dik en toch is alles beter dan april.
De grillen hebben we gehad.
Het is voorbij.
Het is goed.
Morgen is vrij.
Morgen is muziek.
Morgen is schrijven.
Morgen is trouwens eigenlijk al vandaag.
Morgen is computerspelletjes spelen.
Verantwoord computerspelletjes spelen.
Genieten genieten genieten.
Hopelijk staat mijn schaamlip morgen minder dik.
Of ja, hopelijk vandaag al.
Na de nacht.
Kan hij bekoelen.
(Sorry, maar is hij mannelijk?)
(Is schaamlip mannelijk?)
Krimpt hij weer.
Staat hij weer normaal.
Niet dik.
Het is niet dat er iemand naar moet kijken.
Morgen, zelfs niet vandaag.
Dat is voor later.
Als hij maar minder dik.
Al maakt het niet veel uit.
Morgen is genieten.
Morgen is niets.
Morgen is muziek.
Ik hoop dat ik ook nog wat van dat vals filosoferen kan gaan.
Dat hoop ik echt.
Zou ik bijzonder vinden.
Ik zou niet ironisch moeten zijn, sorry.
Morgen ben ik niet ironisch!
Morgen is muziek.
Ik klom over een tribune, hoofd eerst en benen erachteraan.
In het midden kwam mijn kut terecht op een armleuning.
Knal.
Auw.
Verder spelen.
Niets aan de hand.
Mijn schaamlip staat dik.
En er komt bloed.
Er komt bloed ergens anders.
Geen zorgen.
Gewoon dik.
Het is zo dat de tang ter hoogte van mijn baarmoeder,
neen mijn baarmoeder is de tang, begint toe te nijpen.
Alles naar buiten perst.
Nijpt.
Maar dan staat ook nog mijn schaamlip dik.
En er komt bloed.
Dat is ook goed.
Nu hoort het.
Het is nog van geruststelling.
Straks is het van godverdomme waarom bestaat dit gezever?
Maar nu nog de lach.
Zelfs nu dat.
Mijn schaamlip staat dik.
Het is mei.
Net in mei staat het dik en toch is alles beter dan april.
De grillen hebben we gehad.
Het is voorbij.
Het is goed.
Morgen is vrij.
Morgen is muziek.
Morgen is schrijven.
Morgen is trouwens eigenlijk al vandaag.
Morgen is computerspelletjes spelen.
Verantwoord computerspelletjes spelen.
Genieten genieten genieten.
Hopelijk staat mijn schaamlip morgen minder dik.
Of ja, hopelijk vandaag al.
Na de nacht.
Kan hij bekoelen.
(Sorry, maar is hij mannelijk?)
(Is schaamlip mannelijk?)
Krimpt hij weer.
Staat hij weer normaal.
Niet dik.
Het is niet dat er iemand naar moet kijken.
Morgen, zelfs niet vandaag.
Dat is voor later.
Als hij maar minder dik.
Al maakt het niet veel uit.
Morgen is genieten.
Morgen is niets.
Morgen is muziek.
Ik hoop dat ik ook nog wat van dat vals filosoferen kan gaan.
Dat hoop ik echt.
Zou ik bijzonder vinden.
Ik zou niet ironisch moeten zijn, sorry.
Morgen ben ik niet ironisch!
Morgen is muziek.
vrijdag 29 januari 2016
Niets zijnde
Weest men blind voor mijn woorden.
Zien ze niet.
Tasten de randen af.
Hebben te raden.
Zij verdwijnen.
Donker slurpt, als ware ze lucht.
Donker slurpt, als ware ze lucht.
Jeuk zet zich in.
Aan mijn benen.
Aan mijn benen.
Schurftig wrijven ze
zich,
uit angst,
uit angst,
de huid van de schenen.
Het bot van het bot.
Tot ze verpulverd naast elkaar blazen.
Niets zijnde, is het moeilijk
Tot ze verpulverd naast elkaar blazen.
Niets zijnde, is het moeilijk
om bang te zijn.
maandag 4 januari 2016
tekst van het huilen
misschien had ik
het al eens gezegd
dat van dat huilen
dat het vanbinnen
begint
en dan gaat puilen
ge loopt over als
het ware
ook als ge het niet
wilt
en het is niet als
koken
het is eerder een
glinstering
als ik twee kleine
krekels zie
dan bulkt er iets
vanbinnen
op een zachte
vleiende manier
dan loop ik over en
ben ik de kleinste
beek
op aarde
en wil ik zingen
en ook zwijgen
wat dan klinkt als
stil gesnik
enkel en alleen
omdat
die twee krekels zo
zielig
naar elkaar kijken
en ik zie hun
verdriet
dan huil ik
loop ik over
ben ik een eenzaam
krekellied
tekst van de heimwee
ik mis mijn zee vol
liefdesmist
als ik in uw ogen
kijk
dan zie ik er soms
een beetje van
alsof een kiertje
in uw kleurenvlies
mijn verleden in u
opent
dan begin ik met
een tranendal
te snikken en er
komt terstond
een nieuwe zee van
liefdesmist
die ik zo heb
gemist
daarom kijk ik
graag naar u
om wat ik in u zoek
te vinden en
verslinden
gij zijt mijn poort
naar terug
en daarom mijn
geluk
mijn excuses dat ik
zo vaak
loop te staren
ik ben gewoon op
zoek
naar het verdwalen
laat mij zien
laat mij kijken
naar uw wonderlijke
plassen
ik weet wat ik er
vinden zal
ge zult mij niet
verrassen
Abonneren op:
Posts (Atom)