goederen (c) Anna Carlier
en gastschrijvers





woensdag 8 januari 2014

0 0 0 0




Dit is stom.
Het waait.




(zelfrelativatievanonderdetreurwilgiseenmooiwoordmooiewoordenzijnstomreusgroeiteenliefdesverlangen)

Dat wat ik wou geweetwel




deelachtig knipoogt ze haar linkeroog
richting het ijzeren schavot waar ik moet afspringen
ik schud van 'nee ik wil het niet'
in de richting van het ijzeren schavot waar ik moet afspringen
maar eigenlijk wil ik het wel, springen
en eigenlijk wil zij het niet, dat ik spring
ze wil liever dat ik bij haar blijf
en ik wil liever weg
maar het spijt ons allebei

het is hard en koud
de rand kietelt mijn onderkant
haar hand glijdt over mijn achterkant
hij wil duwen maar mag nog niet
ik zeg 'wacht, het is hard en koud'
ze zegt 'ik wacht' en wrijft over mijn achterkant

'NU' gilt ze
en ze kletst mij het water in
ik guts het water naar binnen
stik in de gallen van de vissen
mors met het speeksel, het water in
verdrinken is geen pretje
en onder blijven zeker niet

vrijdag 3 januari 2014

Gij werpt mij de lust, ik werp u de donkerte



Het bliksemt
(tis niet poëtisch, tis echt)
het dondert
het donkert
op de dag dat wij
voor het laatst
ongewillig
samen zijn

de kwaadheid is
veruiterlijkt
ik hoop dat gij ze ziet
dat ze schicht in uw
borstkas en
verdriet openbarst
uit uw keel
uw zangstem dichtnijpt
uw ogen toetraant
nog natter dan daarbuiten

ik zit binnen
verzin de dagen die
gaan komen
als minder donker
als genietend
van de donder