De weg waait
zonder morren
mist naar je toe
weet jij of je ’s nachts duikt
waar naartoe
dans maar dagenlang
we weten morgen alles anders
al denken we van niet
platwals in de balzaal
plotsklapse stilte
zwemt een gnoe naar je toe
trek alle rotte tanden uit
ons varken loopt op donderdag
steevast achteruit
bovenaan begint het bloemen
onderaan bungelt het wantroostgoed