ons hoofd op de kussens
verzonken in zacht
we missen en gissen
de gezellige stad
wiens leegte ons tart
het vlees van de mensen
ontbreekt op de straten
ontheemd van het praten
met maten en gaten
waar eens volle dagen
gedaan met de daden
alles gesloten
maar wij genoten
genieten misschien
van het stil
van het niets
van het stoppen met altijd door
ze verdwijnen tussen muren
een verre lach naar de buren
of grijpt de stilte niet hen
zitten ze gevangen in andere muren
in het voortdurende strijden
van het wakker blijven
het intense glijden
de thermometers
in reten
en pampers
niet eten
van pakken
en maskers
als monsters
van andere planeten
maar daarin een mens
mogen wij niet vergeten
wij stilstaanders
geldverliezers
kunnen niet anders dan
applaudisseren
witte lakens
dankbaarheden
uitsmeren en geven
en op onze knieën
helden! uitroepen
helden!
helden!
niet alleen nu
ook voordien
ook morgen
ook als de deuren weer open
de mensen weer buiten
de straten weer vol
de buurvrouw bevalt
oma ziek
en Boris op z’n kop gevallen is