en wij maar wachten
maar zo voelt het niet
het voelt als uitgerokken vel
als samengeperste longen
uren kots vermijden
losse heupen
en een onrust op de borst
maar ook als groeien
als trots dat je ’t zo goed doet
kieteling op ’t randje van heftig aan de ribben
en dan een lachsalvo
een ho ho ho
wat ga je tekeer
en dan blij zijn
omdat je beweging
is wat je aan ons kan tonen
hoe jij je voelbaar maakt aan ons
en dan zegt je vader dag
met zijn koude handen
neus
of zachte stem
en bonk je terug
wij kijken meteen
een moment vol vreugde
in elkaars ogen
onze blikken steeds voller van de buik die steeds boller
het dringt niet
nog niet
we kunnen er nog niet bij
met onze hoofden
dat jij hier straks
in onze armen zwemt
en niet meer in mijn buik
de wereld kreunt
en soms voel ik mij schuldig
dat ik koos om jou
te midden van die zucht
een plek te geven
ergens tussen waanzin
ziektes
en het verliezen van de wildernis
ik zoek naar hoe de wereldverbeteraar in mij
haar handen uit de mouwen kan steken
concreet
nu
hier
pragmatisch als die verbeteraar is
maar jij wordt zo omvangrijk
mijn bewegingsvrijheid ingeperkt
terwijl de maatregelen verlengd
ons weer een kniestoot in ons welzijn geven
ik wil jouw ontstaan delen
laten zien hoe je groeit
jouw schoppen voelbaar maken voor de wereld
uit liefde voor iedereen die we graag zien
of stevig voelbaar onder het gat
van de volgende die beslissingen over je toekomst neemt
soms voelt het
alsof ik niets heb
dan mijn woorden
en zelfs die verlies ik weleens
ik heb natuurlijk ontzettend veel
mijn buik vol
maar wat heb ik om te strijden
ik wil iets voor je verzekeren
hoe doe ik dat
hoe doen moeders dat