morgendworstelingen
broodjes met appelsap
we willen wel eens weten hoe de aankomst is verzekerd
groeistriemen
in mijn wangen past de horizon
hoge bruggen hebben genoeg plaats om onder te varen
maar soms is de heuvel nu eenmaal niet groot genoeg
als ik jouw broek zie (het bleek zelfs een rok) krijg ik kou
de sneeuwval dikt ons wol aan
het schaap heeft wolk
de winter raast
wij voorbij de laaghangende zon
die protesteert voorlopig ons voorbij te laten schieten
hangt dapper vol
wanner het alweer avond wordt
turen we naar de schemerschacht