goederen (c) Anna Carlier
en gastschrijvers





donderdag 10 november 2022

je gelooft het niet maar dit is een hele lange palingdroom

introlude

maan

glasbol

wederhelft

palingdroom

moordpaling


hoofdstuk één 


wij waren eens een man

wij waren eens een wezenloze man

wij waren eens een man die hurkte

in het stof

en blies

opbliesstof

wederopbliesstof

wij waren eens een vrouw

die plensde een emmer water op het stof

met de modder kon je ten minste nog kastelen maken

of mastellen en dan opsmikkelen

we maken steeds meer dingen om op te smikkelen

we bevuilen ons met kruimels van zandkoeken

stoppen ons tot de naad vol 

wol

het is een wolstrand

allemaal korte eindjes en we zoeken ze 

aan elkaar te knopen

of dat kan toch een spelletje zijn

zoals korreltjes zand door onze

handen vingers laten glippen

aan onze lippen hangt er een 

draadje

dat moet eraf

we trekken eraan en de vermomming van rond ons vel 

komt los

we waren helemaal geen spaghettimonster

we waren geen vrouw

we waren geen man

we waren hopeloos

en kusten onze polsen

omdat we geloofden

dat we poezen waren

die de bollen wol uiteengereten hadden

we zaten in een ander lichaam

jaja

met z’n allen

en de vraag was

wie gaat er naar de winkel?

want de vorige keer was het zonder geld

en was de winkel weggesprongen

toch toch

kom kom

zo gaat het niet

we hadden zelfs boodschappentassen mee

van die kleine zakjes

zonder gaatjes

om de tomaatjes in te doen

want toen

weet ge nog

vielen ze door de gaatjes 

de tomaatjes

en door de grond

zakten we van schaamte