omlijstend van de stilte
tikken roodborstjes
het glas van de eindeloze
serre kapot
binnenin heerst het
lawaai de groeven
scheuren de lichtinval
verdwaalt
ge likt van onder tot boven
de kreuten en de kraters vol
ge voelt de drang om
te kijken maar ik laat u niet
ik laat niemand kijken
en ik zwijg
omlijstend van de stilte
tikken roodborstjes
het glas kapot